Blog

Belasting

Familiehypotheek

Box 3 update rechtsherstel na juni-arresten Hoge Raad

 Dit Blog is geschreven door Eric Hoepelman, fiscaal-jurist verbonden aan Jens Onderlinge Hypotheken.
Het blog bevat een weergave van feiten en zijn professionele mening over de stand van zaken.

 

Hoge Raad verandert box 3-belasting

In zijn tweede week als staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst stuurde Folkert Idsinga een brief naar de Tweede Kamer met de titel “Analyse uitspraken Hoge Raad over box 3 en proces rechtsherstel”. Hierin bespreekt hij de gevolgen van de uitspraken en het tijdspad voor het beoogde herstel.

Bewijslast

Belastingplichtigen krijgen de kans om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Als dit het geval is, wordt de inkomstenbelasting verlaagd, zodat er alleen belasting wordt geheven over het daadwerkelijke rendement. Als het werkelijke rendement hoger is dan het forfaitaire rendement, hoeft de belastingplichtige geen bewijs te leveren van het werkelijke rendement.

Tijdspad

In oktober 2024 worden alle belastingplichtigen geïnformeerd over het verdere proces. Het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR)’ wordt naar verwachting in juni 2025 beschikbaar gesteld.

Wat is het werkelijke rendement?

De staatssecretaris volgt bij de definitie van ‘werkelijk rendement’ de eerdere uitspraken van de Hoge Raad. De belangrijkste punten zijn:

  • Het rendement omvat alle positieve en negatieve resultaten uit het box 3-vermogen, inclusief directe rendementen zoals rente, huur en dividend.
  • Het omvat ook waardeveranderingen, zowel gerealiseerd als niet-gerealiseerd.
  • Meestal wordt de werkelijke waarde gebruikt, soms zijn er specifieke waarderingsregels, zoals de WOZ-waarde voor woningen.
  • De rente op schulden wordt ook meegenomen.
  • Het gaat om het hele box 3-vermogen, inclusief:
    • Banktegoeden
    • Vermogensbestanddelen die een deel van het jaar tot het vermogen behoren
    • Behalve vrijgestelde bezittingen en schulden, zoals bos- en natuurterreinen en landgoederen
    • Zonder rekening te houden met het heffingsvrije vermogen van € 57.000 per belastingplichtige
  • Inflatie wordt niet meegenomen
  • Het werkelijke rendement wordt per kalenderjaar vastgesteld

De volledige brief van de staatssecretaris, gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer, is beschikbaar op deze link.

Commentaar

Volgens mij schiet de definitie van ‘werkelijk rendement’ op twee punten tekort. Ik ga ervan uit dat belastingheffing gebaseerd moet zijn op draagkracht. Daarom vind ik dat:

  1. Inflatie niet genegeerd mag worden. Inflatie vermindert de koopkracht. Als de prijzen stijgen, kun je met hetzelfde bedrag minder kopen. Daarom zou het eerste deel van het rendement dat alleen de inflatie compenseert, niet belast moeten worden.
  2. Kosten zouden aftrekbaar moeten zijn. Als ik €100 inkomen genereer maar ook €100 kosten maak, word ik daar niet rijker van. Kosten maken is vaak onvermijdelijk, zoals bij een bankrekening, effectenportefeuille of vastgoed. Het zou logisch zijn om pas belasting te heffen nadat de kosten zijn gedekt.

Wens voor de Toekomst

Ik hoop dat vanaf 2027, wanneer het nieuwe belastingstelsel over vermogensrendement van start gaat, rekening wordt gehouden met inflatie en kosten. Dan zou de tekortkoming in de huidige definitie van ‘werkelijk rendement’ minder relevant zijn. Het zou mooi zijn als we dan terug kunnen kijken en kunnen zeggen dat de problemen met de huidige box 3 achter ons liggen.

Plan belafspraak

  • Laagdrempelig persoonlijk contact
  • Kosteloos en vrijblijvend
  • Ruimte voor jouw vragen

Keuzehulp

  • Online situatie-check
  • Kosteloos en vrijblijvend
  • Helder advies in 2 minuten

Start je aanvraag

  • Stap-voor-stap aanvragen
  • Professioneel begeleid
  • Jouw alternatieve hypotheek goed geregeld